Afgelopen februari was een stormachtige maand. Storm Ciara was de eerste met een piek windsnelheid van 10 Btf op 9 februari (KNMI) uit het zuidwesten. Hierdoor werd het water in de Waddenzee opgestuwd naar het oosten gedurende een lange tijd. Dit is goed te zien in de grafiek hieronder van de hoogte van het water bij de veerhaven van Schiermonnikoog rond hoog- en laagwater (bron: RWS). Door storm Ciara waren er in het begin van februari ongeveer zes hoogwaters boven 200 cm NAP. Hierdoor liepen de Engelsmanplaat, de bijbehorende hoge rand de “Hiezel” en de zandplaat ten noorden, het “Rif”, meerdere dagen achter elkaar volledig onder water. Later in de maand werd nog drie keer een hoogwater van boven de 200 cm NAP aangetikt.
De effecten hiervan op de Engelsmanplaat, de Hiezel en het Rif zijn goed zichtbaar. Eerst de Hiezel: in de zomer van 2019 was deze erg lang (1500 m voor het langste, ononderbroken stuk) en breed (130 m van hoogwaterlijn tot hoogwaterlijn), met een piek hoogte van ongeveeer 160 cm NAP. Dit is goed te zien in satellietfoto’s van 26 augustus (link) en 4 december (rechts).
Als we dan naar een satellietfoto van 4 dagen voor de storm gaan, zien we dat de staart van de Hiezel aan de zuidkant al een andere kant op wijst (zie onder, 5 februari 2020). Hierdoor is de Hiezel zelfs iets langer geworden (~1630 m), maar wel ongeveer even breed. In december en januari waren er drie hoogwaters boven de 200 cm NAP die waarschijnlijk deze verandering teweeg hebben gebracht.
Op de satellietfoto van 26 maart (onder) is voor het eerst goed duidelijk wat de stormen sinds de vorige satellietfoto hebben aangericht (~10 hoogwaters boven 200 cm NAP). De Hiezel is kapotgebroken in ongeveer drie stukken, met het langste stuk slechts ~470 m lang en 60 m breed. De hoogwaters rond 26 maart waren juist redelijk laag, waardoor de hoogwaterlijn lager ligt en de strook hoog zand groter lijkt dan hij daadwerkelijk is. Het lijkt dat de opstuwing van het water uit het zuidwesten tijdens storm Ciara veel water tijdens afgaand tij over de Hiezel heeft geduwd, waardoor veel van het sediment direct de Zoutkamperlaag in is verdwenen.
Deze opstuwing is bij toeval ook goed vastgelegd door Sentinel-2. Hieronder een afbeelding van 11 maart, vlak na een hoogwater van 164 cm NAP. De Hiezel ligt nog onder water, maar je kan zien dat het sedimentrijke water om die richel heen wordt geperst en pluimen in de Zoutkamperlaag maakt bij de monding van het Oude Smeriggat en de Paesesrede. Het sediment lijkt voornamelijk van de Engelsmanplaat af te komen, losgewoeld door zware golven die nu verder het bekken in komen door de hoge waterstand. Helemaal aan de linkerkant van de afbeelding zijn deze grote golven net zichtbaar in het bekken. Op zee ten noorden van het Rif en in de Zoutkamperlaag zijn de grootste golven duidelijk zichtbaar als strepen van donker en licht gekleurd water.
De invloed van zo’n overstroming op het Rif is ook goed te zien. Alleen aan de westkant zijn twee stukken te zien die droog zijn gebleven, met een paar witte duintjes die nog droger zijn dan de rest. Sinds augustus vorig jaar is de bult aan de noordkant van het Rif (die aan het Rif vast zit), verder naar het oosten geschoven met zo’n 400 m. Het “Buitenrif”, de zandplaat ten noorden van het Rif die sinds enkele jaren tijdens normale hoogwaters droog blijft, is met ongeveer dezelfde afstand ook naar het oosten verplaatst (~450 m). Het is echter niet verder naar het zuiden geschoven.
Hieronder als afsluiting een vergelijking tussen de foto’s van 26-8-2019 en 5-4-2020.